Herma (geboren als Hendrik) Steur zag het levenslicht op 25 oktober 1926 in Weesp. De familie Steur verhuisde kort voor de oorlog naar Utrecht. Steur wilde na de lagere school niet doorleren op de Mulo.
Op 14-jarige leeftijd kon hij instromen in de tweede klas van de avondvakschool. Dat was een 5-jarige opleiding, maar die rondde hij in maart 1944 af. Overdag werkte hij vanaf 1942 als retoucheur-tekenaar op de diepdrukafdeling van een grafisch bedrijf in Utrecht.
Na de oorlog gaf Steur zich op als oorlogsvrijwilliger. Na een opleiding in Engeland werd hij ziek en belandde in het sanatorium in Amersfoort tot zomer 1950. Hij schreef zich in op de gemeentelijke kunstnijverheids-avondschool, waar hij in 1945-1946 al getekend had. Overdag werkte hij op het grafisch bedrijf.
In deze tijd legde hij contact met William (Later Dirkje) Kuik, Willie Blees, Henc van Maarsenveen en anderen. De graficus Willem van Leusden is van grote invloed geweest. Hij verschafte Steur in 1952 de informatie dat de Krause etspers van de overleden graficus Arend Hendriks te koop was in Den Haag. De pers werd gekocht. Met aanwijzingen van Van Leusden werd een beginnende bekwaamheid verworven in het omgaan met de Krause pers.
In 1954 rondde Steur alsnog de Avond-Mulo af en werd lid van Kunstliefde in Utrecht. In 1959 kreeg hij een beurs voor de Jan van Eyck Academie in Maastricht om zich te bekwamen in graveren. Steur rondde de academie af in 1963. Op de academie ontmoette hij Nora van Lamsweerde, met wie hij op 18 mei 1963 trouwde. Zij kregen twee kinderen.
Er werd tot 1965 in Maastricht gewoond. Vanwege een in 1951 behaalde 3e graads lagere akte tekenen kreeg hij een baan op een Middelbare Meisjes School in Kerkrade. Vervolgens werkte hij korte tijd als invaller bij de Academie Minerva in Groningen.
Er volgde een verhuizing naar de andere kant van het land. Op de wierde Biessum, Osseweg 2 in Delfzijl, werd een boerderij betrokken die onder Monumentenzorg werd verbouwd. In de schuur kwam naast de Krause pers een lithopers te staan, met veel stenen erbij. De lithopers en stenen zijn later overgenomen door een academie in Kampen.
In Groningen werd Steur lid van de Nederlandse Vereniging voor Tekenleraren en gaf les aan de Mulo in Delfzijl en later de Pedagogische Academie in Appingedam.
In 1975 startte in Nederland een nieuwe HBO opleiding voor de 3e en 2e graads onderwijsbevoegdheid: de Nieuwe Leraren Opleiding. Steur solliciteerde bij de Vrije Leergangen-Vrije Universiteit (VL-VU; nu Hogeschool In-Holland) en werd aangenomen bij de sectie Tekenen. Het gezin vond een nieuwe woonplek in de voormalige pastorie in het dorp Kockengen.
Steur werkte tot 1984 aan de VL-VU. Daarna begon het vrije kunstenaarschap, waarbij in 2002 ook een hoogdrukpers met veel loden en houten letters in het atelier werd toegevoegd.
In 1970 had Steur het pas verschenen boek van Dr. O.M. de Vaal, "Man of Vrouw? Dilemma van de transseksuele mens", gelezen, dat zijn lang sluimerende gevoelens beschreef: al heel vroeg in zijn leven was Steur liever een meisje geweest. Hij was een transgender. Na een langdurig proces van overwegen, naar de verlangde lichamelijkheid toelevend, kwam de overgang rond 1982 medisch tot stand. Zij veranderde haar naam in Herma Steur. Het gescheiden wonen nam een aanvang.
Het verbeelden staat anno 2016, in het woonhuis/atelier in 's Graveland, nog steeds centraal: het ZIJN vloeit over in BEELDEN, die het waarneembare en niet waarneembare duiden.